Fye Fye loopt de markt op, ze was al een tijdje in Leiden en ook al eerder op het dorpsplein geweest, maar ze had nog niet eerder van zich laten horen. Voor vandaag had ze aandachtig gekeken naar wie kwam en weer ging, want dat was waar je op moest letten was haar vertelt. Ze had gekaatst met de bal met andere kinderen zonder zelf ooit echt opgemerkt te worden, maar vandaag was de dag dat ze durfde, dat ze eindelijk iemand ging laten zien dat ze er was. Fye dacht terug aan de woorden van haar moeder, dat ze niemand moest vertrouwen, behalve zichzelf.
Dat was makkelijk gezegd geweest, in Megen was het duidelijk geweest op wie ze mocht vertrouwen, maar het waren juist die mensen geweest waarop ze niet had kunnen vertrouwen.Papa, mama...., mompelt ze zacht voor ze verder het plein op loopt.
Ze had speciaal op vandaag gewacht, een dag waarop het drukker was dan de andere dagen, het was belangrijk dat er veel mensen waren. Nou ja, niet perse belangrijk, maar de kans om gehoord te worden zou groter zijn. Fye haalde nog eens diep adem voor ze vanuit een steegje tevoorschijn kwam, waarna ze iemand bij een bruinige pij greep en vroeg: Hallo, weet u waar mijn papa en mama zijn?
Fye De man met de bruine pij buigt zich rustig naar het kleine meisje toe en antwoordt haar. Sorry meisje, ik ken je niet, kun je me vertellen hoe je papa en mama heten? Fye denkt even na, er verschijnt zelfs een denkrimpel op haar kleine neusje, dan zegt ze: Mijn papa en mama heten papa en mama natuurlijk, weet u waar ze zijn nu? De man kijkt haar een beetje bedroeft aan, hij kan natuurlijk niet weten wie haar papa en mama zijn zonder hun namen. Ik denk niet dat ik je papa en mama ken. De man gaat weer recht staan en wil zijn pas over het plein vervolgen, maar dan begint Fye hard te huilen en met haar vuistjes in haar ogen te wrijven. Uit medelijden blijft de man toch nog even staan en vraagt haar of hij dan misschien iets anders voor haar zou kunnen doen. Heb je honger, kleine meid? Lust je een appel? Ik moet geen appel, ik wil mijn papa en mama!, brult Fye over het stadsplein heen terwijl ze met haar rechtervoetje op de grond stampt. De man zakt door zijn hurken tot hij op haar hoogte zit en wil nog wat zeggen, maar nog voor zijn mond de woorden kan vormen valt Fye hem om zijn nek en droogt haar betraande ogen aan zijn kleding. De man, die ook niet goed weet wat te doen, legt ongemakkelijk een hand op haar rug en geeft haar een paar troostende klopjes, in de hoop dat ze bedaart.
Dan laat Fye de man weer los en gaat recht staan. Sorry meneer, het gaat wel weer, dankuwel. Er loopt nog een enkele verdwaalde traan over haar wang en om de show nog wat kracht bij te zetten voegt Fye nog een pruillipje toe voor ze zich omdraait en stiekem glimlacht zodra ze er zeker van is dat de man haar gezicht niet meer kan zien. Iets verderop draait ze zich nog eens om en laat haar ogen over de mensen op het plein glijden tot ze er zeker van is dat ze de man met de bruine pij niet meer ziet, daarna laat ze zich tegen een muurtje op de grond zakken en voelt met haar hand onder de vodden die haar lijfje bedekken. Al snel haalt ze een goedgevulde lederen buidel te voorschijn en een gouden ketting te voorschijn die ze zojuist van de man die haar troostte had ontvreemd. Fye glimlacht nog iets breder en mompelt zachtjes iets tegen zichzelf waarna ze de net buitgemaakte spulletjes goed weg stopt. Dan staat ze weer op en kijkt over het marktplein.
Het duurt niet lang voor haar oog is gevallen op een mooie, jonge vrouw, die aan haar kleding te zien ook wel een dikke geldbuidel ergens bij zich zal dragen. Fye zet haar zielige gezicht weer op, loopt naar de dame en trekt zacht aan haar rokken. Weet u waar mijn papa en mama zijn?
Fye Fye schrikt een beetje wanneer de vrouw opzij springt en haar vervolgens goed bekijkt. Dan zakt de vrouw door haar knieen en vraagt: Ben je op zoek naar je papa en mama? Waaar heb je ze voor het laatst gezien kleine meid? Fye denkt even na, het was al lang geleden dat ze haar ouders voor het laatst had gezien maar het antwoord op deze vraag was simpel. Thuis, ik heb papa en mama thuis voor het laatst gezien. Fye laat haar hoofd een beetje zakken en kijkt naar haar blote voetjes terwijl ze rondjes tekent met de grote teen van haar rechtervoet.
Fye Fye heft haar hoofd weer op en begint zachtjes te snikken. Ik wilde niet weglopen, maar papa was er niet en mama was aan het slapen en ik had heel veel honger en toen ging ik eten zoeken in het bos en toen was mijn huis weg. Fye wrijft met haar handpalmen door haar betraande ogen. De tranen mengen zich met het vuil op haar handen en gezicht en laten een smoezelige spoor achter op haar jukbeenderen. Daarna kijkt ze de vrouw weer aan.Wilt u mij helpen?
Lisaaa Lisa liep heerlijk van de dag te genieten over het plein.
Ineens zag ze haar moeder gehurkt zitten bij een klein meisje.
Als ze iets verder kijkt ziet ze ook haar vriendje Florius erbij staan.
Ze kijken allebei een beetje hopeloos naar het meisje.
Lisa besluit te kijken en te vragen wat er aan de hand is.
Ze hoort haar moeder iets zeggen over dat het meisje haar ouders kwijt is.
Ze vraagt aan haar moeder of ze de naam van het meisje al weten.
Haar moeder schud van nee.
Ze glimlacht naar haar moeder en kijkt naar het meisje..
Kijk, dit is mijn moeder, ze heet Prinsesje.
Lisa wijst naar haar moeder en dan naar zichzelf.
En ik ben Lisa, ik ben heel trots op mijn moeder, en ze ziet er ook mooi uit he, met haar blonde haren. Ik heb zwarte haren, net als mijn papa.
Hoe zien jou papa en mama eruit?
Lisa lachte naar het meisje en hoopte dat ze zo een beetje wijzer zouden worden, als ze de namen van haar ouders niet wist, kon ze misschien haar ouders en huis beschrijven.
Fye Fye kijkt naar de vrouw die zich zojuist bij hen had gevoegd, ze zegt dat de eerste vrouw haar moeder is en Prinsesje heet om vervolgens naar zichzelf te wijzen.
En ik ben Lisa, ik ben heel trots op mijn moeder, en ze ziet er ook mooi uit he, met haar blonde haren. Ik heb zwarte haren, net als mijn papa.
Hoe zien jou papa en mama eruit?
Fye kijkt naar het mooie, zwarte haar van Lisa terwijl ze wat aan haar eigen haar plukt.
U heeft mooi haar, het lijkt op dat van mijn moeder, maar haar haar is korter en niet zo donker. Mijn papa heeft wel zo'n kleur haar als u, maar nog heel veel korter.
Fye Dan voegt ook zich ook een man bij het gesprek, hij moest wel belangrijk zijn aan zijn kleding en ketting, daarbij had ze hem de laatste dagen vaker het stadhuis binnen zien lopen om hem later weer te zien vertrekken. Het was haar ook opgevallen dat hij vandaag het stadhuis niet binnen was gegaan en was blijven wachten. Ze hoopte maar dat hij haar niet heel de tijd in de gaten had gehouden. Dan maakt de man een diepe buiging en geeft haar een vrolijke groet. Fye glimlacht en wrijft haar handje zacht over de eerder buitgemaakte schat, ze was al lang blij dat niemand haar daar op betrapt had. Dan begint Prinsesje weer te spreken.
Dit is idd mijn dochter, en hoe heet jij?ik wil je wel helpen met zoeken maar hoelang ben je al rond aan het dwalen? je hebt geen idee welke kant we op moeten?
Fye voelt zich een beetje overdonderd door de waterval aan vragen, maar probeert ze allemaal zo goed mogelijk te beantwoorden. Ze denkt hard om de vragen te onthouden, zo hard dat ze onbewust haar oogjes wat dichtknijpt.
Ik heet Fye en wat is dwalen? Ik weet wel welke kant we op moeten.
Fye keek opzij en wees met haar vingertje naar de meest oostelijke stadspoort.
Daar ben ik door hier gekomen.
Fye Fye kijkt hoe Prinsesje op de grond gaat zitten en haar spulletjes neerzet.
Fye wat een mooie naam, je bent uit de oostpoort van Leiden gekomen je weet niet meer waar je huisje staat?
Fye's oogjes worden weer waterig, ze vindt dat Prinsesje het niet goed snapt en slaat haar armpjes een beetje opstandig over elkaar.
Ik weet wel waar mijn huis is, ik weet alleen niet waar IK ben. Het lijkt hier helemaal niet op thuis, het is hier heel druk en ik moet alles zelf doen en het is niet leuk.
Inmiddels stromen de tranen weer over Fye haar wangen, ze wil gewoon weer terug naar huis en in een warm bedje slapen in plaats van steeds maar buiten.
Lisaaa Lisa kijkt naar het huilende meisje.
Als haar moeder nou niet zo veel moeilijke woorden zou gebruiken.
Ze tilt de kleine Faye op en loopt richting de oostelijke stadspoort.
Zo Faye, daar kwam je dus vandaan?
En wat heb je toen gedaan, weet je dat nog?
Liep je over dit pad?
Ze staan buiten de stadspoort en Lisa kijkt naar het pad dat verder het bos in loopt.